Home » artikel » Museum van Bommel van Dam: ‘Musea zijn perfect als intermediair’

Museum van Bommel van Dam: ‘Musea zijn perfect als intermediair’

Niet alleen zelfstandige intermediairs denken na over samenwerking tussen creatieven en bedrijven. Ook bij Museum van Bommel van Dam in Venlo. Daarom startte daar in 2014 het programma Museum in Bedrijf.

‘Musea houden zich nog weinig bezig met wat er buiten de muren van hun gebouw gebeurt’, zegt Saskia van de Wiel. Zij werkt al acht jaar bij Museum van Bommel van Dam en was zelf eerst ook geïnteresseerder in de ‘klassieke’ tentoonstellingen, vertelt ze. ‘Bijvoorbeeld met schilderijen, sculpturen, landschapskunst. Langzaamaan is dat verlegd naar het gebied buiten de muren van het museum.’ Dat begon met een project over het regionale landschap. ‘ Dat heette Happy Landscape. Voor dat project heb ik acht kunstenaars gevraagd om op zoek te gaan naar de karakteristieken van dat landschap en om ook in dat landschap zelf een kunstproject te realiseren. Dat leverde echt prachtige kansen op, het was zo verrassend om te zien wat we daar als museum voor elkaar konden krijgen. Voor ons was het daarnaast ook interessant omdat we met totaal ander publiek in aanraking kwamen dan de doorsnee museumbezoeker.’

Het project in de openbare ruimte was nog sterk vanuit de kunst georiënteerd, kunst moest de straat op. ‘We merkten wel dat een andere manier van werken waarin participatie en interactie ook een rol speelt, dat daar iets in zit’, zegt Van de Wiel. Zo ontstond Museum in Bedrijf, een project waarin het museum bekijkt hoe kunstenaars iets kunnen betekenen voor de regio en het bedrijfsleven. ‘Bij Museum in Bedrijf hebben we alleen een werkwijze geformuleerd en konden we heel vraaggericht werken. Ik stond ervan te kijken hoe gemakkelijk het was om samenwerkingspartners te vinden in Venlo.’ Ze denkt dat daar ook voor andere musea kansen liggen, omdat een museum een sterke naam heeft. ‘Musea hebben, ze anders dan individuele intermediairs, een heel instituut achter zich. Dus je zit namens dat museum aan tafel met iemand. Heel veel ondernemers vinden dat hartstikke leuk.’

Kopje
‘In Venlo heerst grote openheid, merkte ik, om samen te werken met partners die de bedrijven nauwelijks kennen em te beginnen aan een traject waarvan ze geen flauw idee hebben wat er uit gaat komen’, vertelt Van de Wiel. Uiteindelijk ontstonden er vanuit Museum in Bedrijf vijf samenwerkingstrajecten. Een van de kunstenaars ging aan de slag met de ingang van van accountantskantoor CONTOUR, om het een eigen uitstraling te geven. Ook in het Van der Valk hotel in Venlo werd aan dit project gewerkt, er werd een fysiek op- en ontlaadpunt voor de medewerkers gemaakt. ‘Daar ging het traject om gastvrijheid, dat was erg op de bedrijfscultuur gericht. Hoe zorg je dat je gastvrij kunt zijn, niet alleen naar de gasten maar ook naar elkaar? Hoe ga je met elkaar om, wat verwacht je, wat hoop je zelf terug te krijgen en lukt dat altijd?’

De reacties op het project waren enthousiast, maar het meeste leerde Van de Wiel nog van het inzetten van kunst binnen haar eigen organisatie, in het museum. Daar zouden namelijk ook dingen gaan veranderen en dat leverde best wat onrust op. ‘Wij wilden zelf het Museum in Bedrijf-traject ook doorlopen en hebben daarin zo weinig mogelijk geselecteerd. We keken gewoon waar de kunstenaars mee kwamen’, vertelt ze. ‘Mijn verwachting was, er komt een gekke installatie in de tentoonstellingszaal die we daarvoor gerealiseerd hadden. Die gaat zoveel aandacht trekken, dat daarmee het project eigenlijk al geslaagd is. Maar de voorstellen gingen daar helemaal niet over. Die gingen allemaal om de museumorganisatie en dat team. Ik vond het leuk om daarin mee te gaan, het was mijn project, maar mijn collega’s hadden daar erg veel moeite mee.’ Ergens is dit logisch, zegt ze. ‘Je vraagt mensen om te veranderen en om buiten hun comfortzone te stappen. Dat bracht ook heel mooi aan het licht dat sommige mensen binnen ons team helemaal niet zitten te wachten op verandering van de invulling van het museum. Dus als ik mag zeggen wat het meest succesvol was, dan denk ik dat. Dat heeft echt een mega-impact gehad.’