Column | Mattheus en het bedrog van de onvermelde maker
Het Mattheus-effect is sterk aanwezig in het kunstenveld, het is als kunstenaar veel lastiger om iets echt vernieuwends of creatief te maken als je niet bekend bent. Daarom zouden we volgens Arjan van den Born uitvinders, makers, kunstenaars en andere creatievelingen nog beter moeten beschermen.
Column door Arjan van den Born
Rosalind Franklin ontdekte in de jaren ’50 het mysterie van het leven; DNA. Door haar werk met röntgenstraling was zij de eerste mens die zag hoe de nu beroemde dubbele helix van het DNA eruit zag. Toch heeft zij voor deze belangrijke vondst nauwelijks waardering gekregen. De Nobelprijs voor deze schitterende ontdekking ging in 1962 naar Francis Crick en James Watson van Cambridge University. Rosalind Franklin heeft dat onrecht niet mee mogen maken. Zij stierf vroeg, al op 37-jarige leeftijd, aan kanker (waarschijnlijk door haar werk met röntgenstraling).
Waarom ging de Nobelprijs niet naar Rosalind Franklin, terwijl het echte fundamentele werk toch echt van haar kwam en niet van de heren Crick en Watson? Een deel heeft natuurlijk te maken met de discriminatie van vrouwen op universiteiten (zeker in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw). Maar er is ook een tweede verklaring voor deze onrechtvaardigheid; het zogenaamde Mattheus-effect, naar de Bijbelse uitspraak in Mattheus 25:29:
“Wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen.”
De onderzoeker Robert Merton heeft veel onderzoek gedaan naar het Mattheus-effect in de wetenschap. Uit zijn onderzoek blijkt dat al beroemde wetenschappers vaak met eer strijken van nieuwe ontdekkingen, terwijl onbekende, veelal nieuwe wetenschappers de echte ontdekking deden. Het grotere, achterliggende probleem is dat mensen zien wat ze denken en niet zien wat er echt is. We vinden het erg moeilijk om nieuwe ontdekkingen en grote innovaties en creativiteit aan een relatief onbekend iemand toe te schrijven.
Het Mattheus-effect is ontdekt in de wetenschap, maar is veel sterker in de wereld van de kunstenaar. Uit vele experimenten blijkt dat het Mattheus-effect het grootst is daar waar de kwaliteit van het product minder objectief te bepalen is. Onbekende kunstenaars worden dagelijks geconfronteerd met het Mattheus-effect. Het is als kunstenaar veel lastiger om iets echt vernieuwends of creatief te maken als je niet bekend bent. Zo weten we uit onderzoek in de filmwereld dat het cruciaal is om beroemde acteurs en regisseurs bij je film te betrekken als je echt een vernieuwende film wilt gaan maken. Dat trekt de kijkers vaak over de streep; het script, camerawerk of het genre kan dan erg vernieuwend zijn, maar doordat de kijker vertrouwen heeft in de bekende acteurs en/of regisseur kopen zij desondanks een kaartje. Dezelfde film met onbekende acteurs had veel minder bezoekers getrokken.
Deze voorbeelden laten zien dat creativiteit door velen met de mond wordt beleden, maar dat een waarlijk creatief nieuw werk in de praktijk leidt tot weerstand en kritiek. Zeker als het nieuwe werk van een onbekende persoon is. Menig medicijn had decennia eerder ontdekt kunnen worden en menig kunstenaar voelt zich onbegrepen. Daarom vind ik dat uitvinders, makers, kunstenaars en andere creatievelingen nog beter beschermd moeten worden; betere eigendomsrechten en meer ondersteuning. Ook de zelfstandigenaftrek moet gehandhaafd blijven voor deze vernieuwende makers. Creëren is immers vele malen moeilijker dan simpelweg conformeren. Creatie gaat met vele hordes gepaard. Dat wordt nog wel eens vergeten.