Creatief ondernemerschap gaat om de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om als professional op een behendige en effectieve manier te navigeren in uiteenlopende artistieke, culture en creatieve sectoren die samenvallen onder de noemer ‘creatieve industrie’. Die creatieve industrie (soms ook: creatieve industrieën) werd ooit beschreven als het samenspel tussen actoren die actief zijn in een markt die gekarakteriseerd wordt door de adoptie van nieuwe ideeën binnen sociale netwerken voor productie en consumptie. En nog: als de uitwas van een eerdere, niet marktgerichte economie van culturele publieke goederen en van individuele verbeelding, waarmee op zoek gegaan wordt naar nieuwe manieren om de wereld te zien en die te representeren (Potts et al. 2008). Niettegenstaande haar bijdrage tot de economische groei en het BNP van een land, laat deze creatieve industrie zich maar moeilijk vatten in de standaard economische denkkaders.
Het Creatief Ondernemerschaplab
Het Creatief Ondernemerschaplab waagt zich aan het onderzoek naar creatief ondernemerschap in Nederland, en daarbuiten. Het bestaat uit wisselende verbanden van onderzoekers aan de verschillende Nederlandse kennisinstellingen, en hun partners uit de private en publieke sector. Het Creatief Ondernemerschaplab werd in 2014 opgericht door Arjen van Witteloostuijn en Arjan van den Born. De website fungeert als een platform waarop tussentijdse resultaten en finale rapportages van het onderzoek naar creatief ondernemerschap in Nederland open en breed toegankelijk gemaakt wordt. Een beter inzicht in creativiteit, ondernemerschap en samenwerking in de culturele en creatieve sector is belangrijk voor de wetenschap, de overheid en voor de betrokkenen bij deze sector.
Onderzoek
Eind 2019 startten onderzoekers aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam een onderzoek naar de inkomenspositie en het verdienvermogen in de creatieve sector in Nederland. De arbeidsmarkt in de creatieve sector werd in 2016 door de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Raad voor Cultuur (RvC) als zorgwekkend bestempeld. Het werk in de creatieve sector wordt getypeerd door inkomensdiversiteit en -volatiliteit. Hoewel de creatieve sector volop in ontwikkeling is (bijvoorbeeld door digitalisering en de opkomst van platformmarkten), lijkt de groei van een sector niet automatisch te betekenen dat werken in die sector aantrekkelijker wordt. Met een beschrijvend en verklarend onderzoek naar de inkomenspositie en het verdienvermogen in de creatieve sector levert dit project een essentiële bijdrage aan het debat over de economische positie van de werkenden (inclusief de vele (kleine) zelfstandigen) in deze belangrijke sector in de Nederlandse samenleving. Het doel van het onderzoek is diepgaand, actueel en correct inzicht te verwerven in de inkomenspositie en het verdienvermogen in de creatieve sector in Nederland. Bekend is het beeld van een ‘kwetsbare en achtergestelde’ sector. Is dat ook zo? En zo ja, in welke mate, en welke factoren liggen hieraan ten grondslag? Welke kansen (en bedreigingen) kunnen we verwachten van nieuwe praktijken en verdienmodellen?
Via een geavanceerde analyse van de databestanden die eerder onderzoek van het Creatief Ondernemerschaplab voortbracht en twee aanvullende kwalitatieve luiken gaat het onderzoeksteam op zoek naar een antwoord op deze belangrijke vragen. Daarbij is aandacht voor de verschillende mogelijkheden, capaciteiten en motivaties in de creatieve sector, en wordt onderscheid gemaakt naar functies, branches en sectoren.
Inzicht in succes- en faalfactoren kan inspireren tot het vinden van nieuwe wegen in de sfeer van individuele strategieën van creatieve werkenden en ondernemingen (het microperspectief), en ook in het domein van generieke beleidsmaatregelen (het macroperspectief). Op die manier kan het onderzoek bijdragen tot de ontwikkeling van een doeltreffende agenda voor zowel beleid als sector.
Team: Ellen Loots, Arjen van Witteloostuijn, Walter van Andel, Kaja Piecyk, Yosha Wijngaarden
Dit onderzoek komt tot stand dankzij een subsidie van Instituut Gak.
Tussen 2013 en 2019 deed Tilburg University een uniek, multidisciplinair onderzoek naar ondernemers, zelfstandigen en anderen in de culturele en creatieve sector. In het onderzoek werd gekeken naar de verschillende factoren op het niveau van een individu, van een organisatie of bedrijf, en van de omgeving, die afzonderlijk en gezamenlijk het creatief ondernemerschap beïnvloeden. Groei, innovatie en winst werden bestudeerd, naast meer kwalitatieve uitkomsten. In dat project werd onder meer met behulp van een grootschalige enquête onderzocht hoe diverse aspecten van creatief ondernemerschap, zoals creativiteit, samenwerking, strategie en resultaten, samenhangen. De ontwikkeling van deze samenhang werd gevolgd over de loop van meerdere jaren. Voor het onderzoek werd jaarlijks een vragenlijst naar een grote groep respondenten verzonden. In 2015 deden in totaal meer dan 10000 respondenten mee aan het onderzoek, in 2016 waren dat er meer dan 7500. De derde wave is door 4500 respondenten ingevuld. Alle deelnemers aan de vragenlijst ontvingen een persoonlijk rapport van Tilburg University, waarin hun resultaten (volledig anoniem) werden vergeleken met de resultaten van anderen in hetzelfde gebied van de sector en sector in het algemeen.
De algemene resultaten die uit deze vragenlijst zijn voortgekomen worden gebruikt voor verder onderzoek. In 2015 en 2016 zijn de resultaten ook in een algemeen rapport gepresenteerd. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen iedereen helpen die op enige manier betrokken is bij de culturele en creatieve sector. Wij kunnen op basis van dit onderzoek bijvoorbeeld inzichten geven over de sector en kengetallen bekend maken waar in de toekomst beter beleid door kan worden gevormd.
Team: Arjen van Witteloostuijn, Arjan van den Born, Pourya Darnihamedani, Richard Haans, Boukje Cnossen, Tim de Leeuw, Anne Spanjer
Dit onderzoek (High Performance in the Networked Creative Industry: The role of ambition and collaboration) kwam tot stand dankzij een subsidie van NWO in het kader van het Smart Culture programma en met de financiële steun van FNV Kiem.